Huidaandoeningen

Melanoom

  • Geschreven door dr. M.D. Njoo - Dermatoloog
  • (163)
  • Laatste update: 30-03-2024
  • E-mail

Wat is het melanoom ?

De medische term “melanoom” betekent letterlijk “zwart gezwel”. In feite gaat het hier om een plaatselijke opeenhoping van pigmentcellen in de huid die veranderd zijn in kankercellen. Het is de meest levensbedreigende vorm van huidkanker die relatief zeldzaam is, maar de laatste jaren helaas steeds vaker wordt gezien.

Hoe vaak komt het melanoom voor?

Van de ongeveer 50.000 nieuwe gevallen van huidkanker in Nederland zijn er jaarlijks meer dan 5000 nieuwe gevallen met een melanoom te betreuren. In het jaar 2015 kregen bijna 6000 Nederlanders de diagnose melanoom te horen en jaarlijks wordt er bij ongeveer 190 mensen de diagnose “oogmelanoom” vastgesteld. Jaarlijks overlijden ongeveer 800 mensen aan de gevolgen van een melanoom of oogmelanoom.

Op welk leeftijd treedt het melanoom op?

Het melanoom kan in principe op alle leeftijden ontstaan. Meestal treedt deze huidkanker op tussen de 30ste en 60ste jaar; vóór de puberteit is het echter uiterst zeldzaam.

Melanoom komt vaker voor bij vrouwen

Het melanoom komt vaker voor bij vrouwen. Recentelijk is zelfs een toename van het melanoom vastgesteld onder jonge vrouwen in hun twintiger jaren.

Wat zijn melanocyten?

Melanocyten zijn gespecialiseerde cellen die zich in de onderste laag van de opperhuid bevinden. De functie van melanocyten is het maken van melanine of pigmentkorrels. Melanine geeft kleur aan de huid en beschermt de huid tegen de schadelijke effecten van ultraviolette (UV-) stralen. Een melanoom bestaat uit een woekering van kwaadaardige melanocyten. Voor het gemak zullen we hierna het woord pigmentcellen i.p.v. melanocyten gebruiken.

Hoe ontstaat een melanoom?

Een melanoom ontstaat doordat pigmentcellen op een bepaalde plaats in de huid of slijmvliezen veranderd zijn in kankercellen.

Wat zijn de risicofactoren voor het krijgen van een melanoom?

Er zijn een aantal risicofactoren bekend voor het ontstaan van het melanoom

  1. Teveel blootstelling aan ultraviolette (UV-) straling, met name verbranding op jonge (kinder-) leeftijd kan het risico op een melanoom vergroten. Bedenk dat UV straling niet alleen in zonlicht zit maar ook in diverse bruiningsapparaten, zoals een solarium of zonnebank.
  2. Lichte huidskleur. Mensen met een lichte huidskleur met sproeten of blond/rossig haar, die moeilijk bruin worden en snel verbranden hebben meer kans om een melanoom te krijgen.
  3. Genetische aanleg. De aanleg voor een melanoom is verhoogd wanneer er meerdere familieleden een melanoom hebben. In 5% van de gevallen blijkt ook een ander familielid de huidkanker te hebben
  4. De aanwezigheid van veel gewone of onrustige moedervlekken. Een licht verhoogde risicofactor voor het krijgen van een melanoom is het hebben van veel (meer dan 50) gewone moedervlekken of 3 of meer onrustige moedervlekken.
  5. Aangeboren moedervlekken. Het risico hierbij is afhankelijk van de grootte van deze moedervlekken. Bij een kleine aangeboren moedervlek is het risico heel klein (< 1 %) ; bij de reuze aangeboren moedervlek ligt het risico iets hoger, ongeveer 5%.
  6. Giftige omgevingsfactoren. Recente studies laten zien dat niet alleen teveel zonblootstelling ledit tot het ontstaan van melanoom. Ook blootstelling aan giftige chemicaliën, lucht verontreiniging, roken, chronische ontstekingen, westerse voeding, overgewicht en ongezonde leefstijlen zijn allemaal herkend als risicofactoren voor het krijgen van een melanoom 

Hoe ziet een melanoom eruit?

Een melanoom is meestal groter dan een gewone moedervlek. Er bestaan echter een aantal opvallende verschillen. Zo is een melanoom meestal grillig en asymmetrisch van vorm. De pigmentatie is vaak onregelmatig. Naast bruin en zwart kunnen de kleuren rood, paars, blauw, grijs, wit of een combinatie van verschillende kleuren voorkomen. Niet alle melanomen zijn dus alleen zwart gekleurd. Ten slotte bestaan er ook huidkleurige (dus roze-rode) melanomen waarbij de kwaadaardige pigmentcellen geen pigment meer kunnen aanmaken. Deze vorm staat ook bekend als het “amelanotisch melanoom”.

Een patiënt met een melanoom kan klagen over jeuk, bloedinkjes of wondjes in het gezwel. Soms geeft het melanoom helemaal geen klachten. Een melanoom kan ontstaan uit een goedaardige of onrustige moedervlek of in een van te voren “gave” huid. Melanomen kunnen op alle plaatsen van het lichaam voorkomen. Bij vrouwen komt deze huidkanker wat vaker voor op de benen; bij mannen op de romp. Andere wat zeldzamere lokalisaties zijn het behaarde hoofdhuid, de slijmvliezen (mond, neus- en keelholte, vagina en de anus) en in het oog.

Welke soorten melanomen bestaan er?

  1. Melanoma in situ.

    Deze vorm is eigenlijk nog geen echt melanoom maar een vroege stadium ervan. De kwaadaardige pigmentcellen zitten nog heel oppervlakkig in de opperhuid en zijn nog niet naar de diepere lagen doorgegroeid. Lees hier meer over het melanoma in situ.

  1. Superficieel spreidend melanoom

    Dit is de meest voorkomende vorm van het melanoom. In ongeveer 75% van alle gevallen van melanoom betreft het de superficieel spreidende vorm. Zoals de naam al zegt groeit deze vorm eerst in horizontale richting voordat het de diepte in gaat. Dit groeiproces kan maanden tot enkele jaren duren. Daardoor wordt de vorm in tegenstelling tot de sneller groeiende nodulaire vorm vaker op tijd ontdekt.

  1. Nodulair melanoom

    Bij 15% van de gevallen betreft het de nodulaire vorm. Deze vorm groeit sneller de diepte in (in maanden) dan de superficieel spreidende vorm. Hierdoor heeft de nodulaire vorm vaker een slechtere prognose dan de superficieel spreidende vorm .

  1. Acrolentigineus melanoom

    Deze zeldzame vorm (< 5% van de gevallen) komt uitsluitend voor aan de uiteinden van het lichaam, de handpalmen, voetzolen of onder de nagel. Wanneer melanoom onder de nagel voorkomt wordt het een “subunguaal melanoom” genoemd. De acrolentigineuze vorm komt ook vaak voor bij niet-blanke rassen. Ook wordt deze vorm vaker gezien op oudere leeftijd.

  1. Lentigo maligna melanoom

    Deze eveneens zeldzame vorm (< 5% van de gevallen) komt voort uit het voorstadium afwijking lentigo maligna. Het komt vaak voor op aan zonlicht blootgestelde delen zoals het gezicht en de handruggen bij oudere blanker personen.

  1. Amelanotisch melanoom

    Deze zeldzame vorm kan zowel een superficieel spreidende of nodulaire groeiwijze hebben. Het amelanotisch melanoom wordt vaak over het hoofd gezien omdat het niet uitziet als een gewoon melanoom. Het is namelijk niet bruin, zwart of grijs, maar huidkleurig , roze of rood. Ook kan dit type melanoom makkelijker zweren of bloeden. De term amelanotisch betekent dat de pigmentcellen geen pigment aanmaken terwijl ze wel ongeremd in de huid doorgroeien. Lees hier meer over het amelanotisch melanoom.

Melanoom foto’s

Hieronder ziet enkele foto’s en afbeeldingen van de verschillende vormen van het melanoom.

Superficieel spreidend melanoom, meest voorkomende vorm van het melanoom
Superficieel spreidend melanoom
Nodulair melanoom
Nodulair melanoom
Bloedend nodulair melanoom
Bloedend nodulair melanoom
Lentigo maligna melanoom, melanoom ontstaan uit een lentigo maligna
Acrolentigineus melanoom, in dit geval een melanoom op de voetzool
Melanoom in het oogwit
Melanoom in het oogwit

Bijzondere vormen van melanoom

In zeer zeldzame gevallen zou u van de dermatoloog één van onderstaande diagnosen te horen kunnen krijgen. Alle deze diagnosen hebben gemeen dat ze allen worden behandeld alsof ze melanomen zijn omdat de patholoog anatoom onzeker is over het kwaadaardig vermogen van de gevonden melanocyten (=pigmentcellen). Het litteken van de eerste excisie zal daarom opnieuw met een bepaalde marge worden verwijderd (lees verder bij “re-excisie) en zullen er nacontroles plaatsvinden zoals bij een gewoon melanoom.

MELTUMP

De afkorting MELTUMP betekent “Melanocytic Tumors of Uncertain Malignant Potential”. Dat wilt zeggen dat het hier om een gezwel bestaat opgebouwd uit pigmentcellen die een onzekere kwaadaardig vermogen hebben. Ze zien eruit als een melanoom of als een onrustige moedervlek, maar de patholoog ziet net te weinig kenmerken onder de microscoop om de diagnose “melanoom” af te geven. Het gezwel heeft dus zowel kenmerken van een gewoon moedervlek als van een melanoom.

SAMPUS

De term SAMPUS betekent “Superficial Atypical Melanocytic Proliferations of Uncertain Significance” . Dit is een term die niet vaak wordt gebruikt. Sommige pathologen gebruiken de term nog wel om oppervlakkig groeiende dunne pigmentgezwelletjes te beschrijven. De betreffende pigmentafwijking heeft namelijk zowel kenmerken van een onrustige moedervlek als van een melanoma in situ als van een superficieel spreidend melanoom. Sommige pathologen vermijden deze term liever omdat het teveel verwarring zou geven.

STUMP

STUMP  staat voor “Spitzoid Tumor of Unknown Malignant Potential”. Andere benamingen zijn het Spitzoid melanoma, atypical Spitz tumor of uncertain biologic potential. Dit is een gezwel die kenmerken heeft van zowel een Spitz naevus als van een melanoom. Ook hierbij kan de patholoog niet helemaal zeker zijn over de diagnose melanoom . Net als een Spitz naevus, komt een STUMP voornamelijk voor op jonge leeftijd.

Kan het melanoom uitzaaien?

Het melanoom is een levensgevaarlijke vorm van huidkanker en heeft de vermogen om uit te zaaien. Hoe dikker het melanoom en hoe dieper het melanoom groeit hoe groter de kans op uitzaaiingen. De kankercellen zaaien eerst uit via de lymfevaten in de huid naar de plaatselijke lymfeklieren zoals de liezen, de oksels of de hals. Een melanoom op de borst zal bijvoorbeeld eerst uitzaaien naar de lymfeklieren in de oksels. Vervolgens kunnen de kankercellen ook via het bloed uitzaaien naar andere organen van het lichaam bijvoorbeeld naar de hersenen, de longen of de lever. Ook bestaan er zogenaamde satellietmetastasen, dit zijn uitzaaiingen naar de omliggende huiddelen

Hoe werkt het lymfestelsel bij de mens?

Lymfevaten vervoeren weefselvocht (waarin vooral afvalstoffen zitten) uit het lichaam naar de lymfeklieren, alwaar dit lymfevloeistof “gezuiverd” wordt. Met dit zuiveringsproces worden ook bacteriën en virussen onschadelijk gemaakt. Ons afweersysteem speelt hierbij een belangrijke rol. Lymfeklieren bevinden zich op verschillende plaatsen in ons lichaam onder meer in de oksels, de hals, langs de luchtpijp, bij de longen, bij de darmen en achter de buikholte en in de liezen. Deze plaatsen noemen we “lymfeklierstations”. Normaliter zijn de lymfeklierstations niet voelbaar. Bij een ziekteproces (bijv. huidinfectie) of uitzaaiing van een huidkanker zijn is het nabije lymfeklierstation opgezet, en soms gevoelig of zelfs pijnlijk.

Hoe wordt  de diagnose melanoom gesteld ?

Indien op het blote oog bij u een melanoom wordt vermoed worden de volgende aanvullende onderzoeken worden gedaan:

1. DERMATOSCOPIE
Dit is een niet-pijnlijke onderzoek waarbij de arts met behulp van een speciale kijker de moedervlek met 10 maal vergroting kan bestuderen. Op deze manier kunnen andere kenmerken van de vlek worden onderscheiden die met het blote oog niet te zien zijn.

2. EXCISIE BIOPSIE
Indien de verdenking bestaat op een melanoom wordt er altijd een zogenaamde “excisie biopsie” afgenomen. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving.

3. SCHILDWACHTKLIERONDERZOEK
Wanneer er in de nabije lymfeklierstation (nog) geen opgezette lymfeklieren voelbaar zijn, is het soms mogelijk om een schildwachtklieronderzoek te laten doen. Deze schildwachtklier is de eerste nabije lymfeklier waarheen kankercellen kunnen uitzaaien. Met behulp van een radioactieve stof en een blauwe kleurstof kan men deze klier opsporen en zodanig een vroege uitzaaiing tijdig ontdekken. Wanneer deze schildwachtklier kankercellen bevat moeten alle lymfeklieren in het betreffend lymfeklierstation (bijv. de lies) worden verwijderd. Wanneer de schildwachtklier ”schoon” is, is dat dus niet nodig. Dit onderzoek bevindt zich echter nog in een experimentele stadium en wordt niet in alle ziekenhuizen nog toegepast.

Wat betekent de “Breslow dikte” bij een melanoom ?

De Breslow dikte is een manier van stadiering van het melanoom die in 1970 door Breslow is bedacht. De patholoog-anatoom meet hierbij de dikte van het melanoom in het excisiepreparaat en drukt dit uit in aantal millimeters. De prognose van melanoompatiënten hangt voornamelijk af van deze Breslow dikte én van de aanwezigheid van uitzaaiingen. Uit studies is gebleken dat hoe dunner het melanoom is hoe beter de overlevingskansen zijn. Over het algemeen geldt dat melanomen met een Breslow dikte van kleiner dan 1 mm een betere prognose hebben dan melanomen met een dikte van 3 mm of groter.

Wat is de behandeling van het melanoom ?

Er bestaan een aantal methode om het melanoom te behandelen. De keuze van behandeling hangt af van de soort, plaats en grootte van de tumor en van de leeftijd en gezondheidstoestand van de patiënt(e). Uiteraard wordt voor de behandelvorm gekozen die het best mogelijke resultaten op herstel geeft.

OPERATIEVE BEHANDELING
– Re-excisie. Het wegsnijden van de tumor met hechting. Wanneer de patholoog in het ovaal-huidbiopsie een melanoom heeft vastgesteld, wordt het “litteken” altijd opnieuw operatief verwijderd. Tijdens deze “re-excisie” wordt er een ruimere stuk huid weggesneden, om zekerder van te zijn dat alle kankercellen verwijderd zijn. Soms is de operatiewond zo groot dat deze niet direct kan worden gesloten. Om dit “defect” op te vullen wordt er een stukje huid van uw bovenbeen getransplanteerd naar het wondgebied. Wanneer uw huidarts van mening is dat er een huidtransplantatie noodzakelijk is wordt u voor de re-excisie inclusief de huidtransplantatie doorverwezen naar de chirurg. Normaliter vindt deze operatie plaats onder plaatselijke verdoving. Wanneer echter ook de lymfeklieren dienen te worden verwijderd, kan de chirurg besluiten deze beide operaties in één sessie onder narcose uit voeren.
– Verwijderen van nabije lymfeklieren. Wanneer bij het lichamelijk onderzoek een (mogelijk) opgezette lymfeklier wordt gevonden wordt er eerst een naaldpunctie gedaan van deze verdachte klier. U wordt hiervoor verwezen naar de patholoog. Deze onderzoekt het lymfekliervloeistof op de aanwezigheid van kankercellen. Wanneer er, eventueel bij herhaling, geen kankercellen worden gevonden, wordt deze lymfeklier niet operatief verwijderd en wordt er een afwachtende houding gekozen. Wanneer er echter wel kankercellen worden aangetroffen, dan moet deze lymfeklier tezamen met alle andere lymfeklieren van het betreffend lymfeklierstation, bijvoorbeeld in de lies, operatief worden verwijderd. Deze verrichting vindt altijd onder narcose plaats door een chirurg.

NIET OPERATIEVE BEHANDELINGEN
Andere behandelvormen worden niet door uw huidarts uitgevoerd en zullen daarom alleen hieronder worden genoemd. Voor meer informatie verwijzen we naar de website: www.kwf.nl

1. Isolatieperfusie
2. Radiotherapie
3. Chemotherapie
4. Immunotherapie

PALLIATIEVE BEHANDELING
Wanneer bij een patiënt vastgesteld is dat de kankercellen te ver zijn uitgezaaid naar andere inwendige organen, waarbij behandeling niet meer zinvol wordt geacht wordt er gekozen voor een zogenaamde palliatieve behandeling. Hierbij wordt getracht verdere verspreiding van het melanoom te voorkomen en de klachten te verminderen, bijvoorbeeld in de vorm van adequate pijnbestrijding.

Hoe kunt u voorkómen dat u een melanoom krijgt ?

Overmatige blootstelling aan UV stralen is een belangrijke risicofactor voor het krijgen van een melanoom. Daarom raden wij u aan om minder in de zon te vertoeven en het gebruik van de zonnebank te vermijden. Het op de juiste manier gebruiken van een zonnebrandmiddel met een hoge beschermingsfactor (factor 30 of hoger) maar vooral het dragen van beschermende kleding en hoofddeksel is ook van groot belang. Hierbij moet men bedenken dat een zonnebrandmiddel niet bedoeld is om langer in de zon te kunnen zitten. Dit middel is bedoeld om, gedurende de tijd dat u in de zon bent, de huid te beschermen tegen de schadelijke effecten van UV straling. Meer tips hierover vindt u in de folders  “Verstandig Zonnen” en “Zonnebrandmiddelen”.

Hoe herken ik een melanoom ?

Er zijn een bepaalde kenmerken die kunnen duiden op een kwaadaardige verandering van de moedervlek. Men gebruikt hiervoor het volgende Engelstalige “ABCDE” ezelsbruggetje:

A: ASYMMETRY
De moedervlek mag niet a-symmetrisch groeien; d.w.z de ene helft ziet er anders uit dan de andere helft van de vlek.

B: BORDER
De overgang van de vlek naar de normale huid wordt steeds onduidelijker, d.w.z. onscherp begrensd. De randen van de vlek worden ook onregelmatiger ; de vorm wordt grilliger i.p.l.v, mooi rond of ovaal.

C: COLOUR
Een moedervlek mag niet van kleur of kleursamenstelling veranderen. Bij een melanoom zien we vaak verschillende tinten, bruin, zwart, wit, blauw of rood.

D: DIAMETER
Wanneer de vlek groter wordt dan 6 mm in doorsnee is het vaak verdacht. Dit is echter een erg arbitraire grens. Een moedervlek die alleen groter is geworden zonder maar één van de veranderingen genoemd onder A,B, of C te hebben is meestal onschuldig.

E: EVOLUTION
D.w.z. snelle (binnen enkele maanden) verandering van het aspect van de moedervlek. Verder dient men altijd wantrouwig te worden wanneer moedervlekken gaan jeuken, steken of pijn doen, wondjes of korstjes vertonen.
In veel gevallen zullen deze verschijnselen berusten op onschuldige veranderingen in de moedervlek, maar het is -in voorkomende gevallen – altijd raadzaam uw huisarts of dermatoloog te raadplegen om te zien of er geen sprake is van kwaadaardige verandering in de moedervlek.

Lees hier meer over het “herkennen van een melanoom”

 

ZELFONDERZOEK  (met dank aan LaRoche Posay Nederland)

Video: Hoe controleer ik mijn huid (voor de man)

Video: Hoe controleer ik mijn huid (voor de vrouw)

Nacontroles na de diagnose melanoom

Men dient te blijven opletten op het ontstaan van nieuwe melanomen op andere plaatsen. Ook kan een uitzaaiing naar de lymfeklieren na enige tijd nog optreden. U zult 5 of 10 jaar lang (dit is afhankelijk van dikte van het melanoom) onder controle blijven bij uw huidarts. Tijdens deze controles onderzoekt uw huidarts uw huid op een recidief tumor en op nieuwe melanomen of andere vormen van huidkanker, waarbij ook de lymfeklierstations lichamelijk worden onderzocht.

Wat zijn de overlevingskansen bij een melanoom?

De kans op algeheel herstel is groter naarmate het melanoom vroeger is ontdekt en behandeld. De overlevingskansen van de patiënt is uiteindelijk afhankelijk van de dikte van de tumor en het al of niet aanwezig zijn van uitzaaiingen. Het melanoom wordt hierbij ingedeeld in 4 stadia, I tot en met IV. Hieronder ziet u een vereenvoudigd schema:

I-II: alleen primaire melanoom, ingedeeld naar toenemende Breslow dikte
III: met lymfeklieruitzaaiingen
IV:   met uitzaaiingen op afstand, d.w.z. voorbij de lymfeklierstations naar de organen

De levensverwachting of overleving na een melanoom zijn afhankelijk van het stadium van de huidkanker. Na 3 jaar zijn alle patiënten met stadium I -II nog in leven. Wanneer het stadium groter wordt de kans op overleving steeds kleiner, met name wanneer de ziekte zich in stadium IV bevindt. De kans op overleving is voor patiënten in stadium IV is na 1 jaar ruim 30% maar na 3 jaar nog maar 20%.

Ook wordt vaak de overlevingskansen van een melanoom afgezet tegen de Breslow dikte. Patiënten met melanomen met een dikte van < 1 mm zijn na 5 jaar bijna allemaal nog in leven. Melanomen met een dikte van 1-2 mm hebben een vijfjaarsoverleving van ongeveer 90%. Bij een Breslow dikte van 2-4 mm wordt de vijfjaarsoverleving kleiner dan 70%. Bij nog dikkere melanomen ( > 4 mm) zakt de overlevingskansen na 5 jaar nog verder tot minder dan 50%

Downloads

Instructie voor zelfonderzoek na verwijdering van een melanoom (met dank aan Stichting Melanoom)

Folder KWF melanoom 2016

Feedback

Vindt u dit artikel nuttig?

  • Ja
  • Een beetje
  • Nee
Laat ons weten wat u vindt van dit arikel.
 
Vergeet uw bericht en/of beoordeling niet.